top of page

Hoe kun je een vrije dag het beste besteden om weer op te laden voor je werk?

Misschien herken je het wel: je hebt eindelijk een vrije dag en zit vol ideeën met hoe je die dag gaat besteden. Eindelijk die klusjes in huis doen, je oma bezoeken, winkelen of dat ene boek lezen. Maar aan het eind van de dag blijk je bar weinig van je todo lijst te kunnen afstrepen. Is dat erg? En – belangrijker – hoe kun je een vrije dag nu het beste besteden om weer op te laden voor je werk? Door te luieren of door je todo lijst af te werken?

Vraag je iemand: heb je elke week zeven uur de tijd om te trainen voor een marathon? Dan zegt bijna iedereen ‘nee’, zegt de Amerikaanse tijdmanagementexpert Laura Vanderkam in haar ruim 9 miljoen keer bekeken Ted-talk. Maar gaat je cv-ketel stuk en is de kelder volgelopen met water, dan kun je ineens wél zeven uur vinden om de troep op te ruimen, een loodgieter te regelen en die te begeleiden.


Volgens Vanderkam moeten we dan ook stoppen met zeggen dat we nergens tijd voor hebben, want we hebben genoeg vrije tijd. Een week heeft 168 uur, dus zelfs als je 60 uur werkt, twee uur reistijd hebt per dag en elke nacht acht uur slaapt, heb je nog steeds 42 uur vrije tijd over per week. Soortgelijke gegevens komen ook naar voren in het rapport De sociale staat van Nederland van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Daaruit blijkt dat we gemiddeld 44 uur per week vrij te besteden hebben.


Tijd is een keuze, is dan ook het motto van Vanderkam. ‘Zeggen dat je ergens geen tijd voor hebt, betekent eigenlijk: het is geen prioriteit.’ We zouden onze vrije tijd meer moeten zien als een cv-ketel, adviseert ze. Bedenk wat voor jou prioriteit heeft of wat jij het belangrijkste vindt en richt op die manier je vrije uren in.


Een manier om erachter te komen wat jij belangrijk vindt, is door te bedenken: wat heb ik tot nu toe gedaan dit jaar en waar was ik tevreden over?, zegt Vanderkam. Schrijf drie tot vijf zaken op die het jaar voor jou gemaakt hebben en plan meer van dat soort activiteiten in. Denk ook na over welke doelen je wilt halen en deel ze op in haalbare stappen. Een vrije dag is het perfecte moment om daarmee stapsgewijs aan de gang te gaan.


Doe iets leuks

Volgens Fred Zijlstra, hoogleraar arbeids- en organisatiepsychologie, is het vooral van belang te doen wat je leuk vindt op een vrije dag. ‘Veel mensen nemen een dag vrij om vervolgens iets te doen wat móét gebeuren. Een ziekenhuisbezoek bijvoorbeeld, of een klusje in huis. Prima, maar op die manier herstel je niet van je werk. Door iets te doen waar je in opgaat, zoals bij een hobby of sporten, gebeurt dat wel.’


Wat je precies moet doen om te herstellen, hangt af van hoe je dagelijkse werkzaamheden eruit zien, zegt Zijlstra. Verricht je dagelijks fysieke arbeid, dan is sporten misschien niet de manier. Maar zit je veel achter de computer, zoals de meeste mensen tegenwoordig, dan kan sporten wel een effectieve manier zijn om je gedachten te verzetten. ‘Een activiteit als televisiekijken is dan te passief’, zegt Zijlstra. ‘Het lukt je dan waarschijnlijk niet om los te komen van je werk.’


Kies een onalledaagse activiteit

Hoogleraar publieksfilosofie en voormalig arts Marli Huijer, die onder meer het boek Ritme: op zoek naar een terugkerende tijd schreef, maakt een onderscheid in ‘alledaagse’ en ‘onalledaagse’ activiteiten. Net als Zijlstra vindt ze dat je bij een ‘accudag’, zoals ze die noemt, moet kijken naar hoe de rest van je week eruitziet. ‘Als je een heel druk leven hebt, is het van belang om op een vrije dag rust te creëren’, zegt ze. Huijer zelf gebruikt standaard de zaterdag om op te laden. ‘Ik kijk dan: wat heeft er deze week ontbroken? Wat is er onalledaags?’


Heb je de hele week achter de computer gezeten, dan is beweging dus een goeie. Maar andersom gaat die vlieger toch niet helemaal op. Ook als je een fysiek actieve week achter de rug hebt, is het goed om op een vrije dag niet alleen maar op de bank te hangen, aldus de filosoof. ‘Van nietsdoen, kun je alleen genieten als je eerst bewogen hebt.’


Dat klinkt calvinistisch – alsof je pas mag rusten na inspanning – maar dat is het niet, zegt Huijer. ‘Je kunt je lichaam hiermee een beetje voor de gek houden’, verklaart ze. ‘Als je eerst hebt gesport, is je lichaam de rest van de dag zo content dat je kunt genieten van het lummelen of rondhangen. Doe je dat niet, dan begint je dag al sloom en word je tegen het middaguur bloedchagrijnig.’


Lees geen werkmail

Maar of je een vrije dag nu helemaal vol plant of zo min mogelijk uitvoert; het belangrijkste is dat je een vrije dag echt een vrije dag laat zijn. Dus: geen werkmail checken, bellen met collega’s of tóch nog een kleine klus afronden. Want die verleiding kunnen we, zo blijkt uit onderzoek, maar moeilijk weerstaan. Op een vrije maandag verzenden we maar 40 procent minder werkmails dan op een maandag die we wel op kantoor doorbrengen.


Zelf is Huijer elke zaterdag volledig onbereikbaar voor haar werk, zodat ze kan opladen. ‘Hard werken is niet erg, als je maar weet dat er een rustmoment aankomt’, verklaart ze Voor het internet- en smartphonetijdeperk waren die rustmomenten heel duidelijk: bij de meeste beroepen werkte je zo’n vijf dagen van negen tot vijf en in het weekend laadde je weer op. Tegenwoordig lopen privé en werk veel meer door elkaar. Huijer: ‘Daarom moet je voor jezelf een duidelijk ritme creëren.’


De arbeidstijdenwet is door het vervagen van de scheidslijn tussen werk en privé eigenlijk achterhaald, zegt Zijlstra. ‘Doordat we ook ’s avonds en in het weekend nog geregeld wat werk verzetten, laden we te weinig op.’ Het recht op onbereikbaarheid, dat Lodewijk Asscher twee jaar geleden voorstelde, is daarom helemaal zo gek nog niet, vindt hij. Sommige werkgevers hebben dit nu ook ingesteld.


Meer rustdagen

Hoe vaak je dan een dag vrij moeten nemen om het werk gedurende de week weer aan te kunnen? Dat is lastig te zeggen. Uit onderzoek van het SCP uit 2010 blijkt dat het ervaren van tijdsdruk en het hebben van een opgejaagd gevoel niet zozeer gerelateerd is aan hoe drukbezet iemand is. Volgens Huijer hangt dit samen met de rustmomenten die je voor jezelf creëert. ‘Ik kan ontzettend hard werken, maar ervaar geen stress omdat ik weet: op zaterdag kan ik weer opladen. Ieders elastiek is rekbaar, maar als je niet genoeg rustmomenten inbouwt, dan knapt het.’


In Nederland heerst de opvatting dat haasten slecht is, maar dat is het helemaal niet als je daarna kunt rusten, zegt Huijer. Laatst rende ik laat op de avond na een lezing naar de trein. Een man blokkeerde me de weg en riep: haast is nergens goed voor, hoor. Terwijl ik wist: als ik deze trein haal, heb ik anderhalf uur om uit te rusten en lig ik daarna op tijd in bed. Het idee dat haast slecht is, hangt dus van je perspectief af.’


En die rustdagen kunnen best wat frequenter worden ingesteld dan nu het geval is, vindt Huijer. ‘Idealiter zouden we, als je kijkt naar de hoeveelheid werk die er is, allemaal maar drie dagen werken. Bij het kostwinnersmodel had je een persoon die vijf dagen werkte. Nu is het tweeverdienersmodel in zwang, waarbij er zo’n acht à negen dagen binnen een gezin wordt gewerkt. Een ritme van zo’n zes werkdagen per gezin zou veel logischer zijn.’



Bron: Volkskrant

bottom of page