Op 12 oktober 2021 heeft de Eerste Kamer ingestemd met de Wet betaald ouderschapsverlof. Elke ouder heeft met ingang van 2 augustus 2022 recht op negen weken betaald ouderschapsverlof ad. 50% van het dagloon in het eerste levensjaar van het kind.
Deze wet is het gevolg van de Europese richtlijn werk-privé balans. Het doel van deze richtlijn is dat werknemers beter in staat zijn om arbeid en zorg te combineren. De lidstaten hebben tot augustus 2022 de tijd om invulling te geven aan deze richtlijn, daarom moet de Wet betaald ouderschapsverlof uiterlijk op 2 augustus 2022 ingaan.
De situatie nu
De wet wijzigt de Wet arbeid en zorg (Wazo), de Wet flexibel werken (Wfw) en enige andere wetten. De huidige Wazo regelt dat beide ouders 26 keer de wekelijkse arbeidsduur aan ouderschapsverlof mogen opnemen tot de achtste verjaardag van het kind. Bij een werkweek van 40 uur per week, is het recht op ouderschapsverlof dan 1.040 uur. De voorwaarden zijn dat het kind wel op hetzelfde adres moet wonen, de werknemer duurzaam voor het kind zorgt en de ouder in loondienst is.
Tijdens het verlof bestaat nu geen wettelijke loondoorbetalingsverplichting. Wel heeft ongeveer 25% van de werknemers op grond van een cao recht op gedeeltelijke loondoorbetaling tijdens het ouderschapsverlof. Voor de werkgevers die nu een betaalverplichting hebben op grond van de cao wordt het dus in verhouding voordeliger, omdat het UWV vanaf 2 augustus 2022 deels gaat meebetalen aan het ouderschapsverlof.
De situatie straks
Per 2 augustus 2022 geldt een wettelijk betaald ouderschapsverlof voor ouders en pleegouders. Zoals gezegd, wordt hiermee invulling gegeven aan de Europese richtlijn. De lidstaten mogen zelf bepalen hoe hoog de uitkering van de twee maanden betaald ouderschapsverlof is. Voorwaarde is alleen dat het niveau van uitkering het voor beide ouders makkelijker moet maken ouderschapsverlof op te nemen.
Nederland heeft gekozen voor een uitkering van 50% van het (gemaximeerde) dagloon. Het maximum dagloon is sinds 1 juli 2021 € 225,57 per dag; dit is op maandbasis € 4.906,15 (namelijk
€ 225,57 * 21,75 dagen). Het maximumdagloon wijzigt elk half jaar per 1 januari en 1 juli.
Er was bij de kamerbehandelingen veel discussie over de hoogte van het uitkeringspercentage. De huidige regeling van 50% maakt dat het nog voor veel ouders lastig is om verlof op te nemen. Immers, de helft is dan nog steeds onbetaald. Dit zou ertoe kunnen leiden dat het ouderschapsverlof met name voor laagbetaalde werknemers minder aantrekkelijk blijft. Vanwege deze zorg voegde demissionair minister Koolmees van SZW een bepaling toe aan het wetsvoorstel. Hierin staat dat het uitkeringspercentage nog vóór het ingaan van de wet te verhogen is naar 70%, als het nieuwe kabinet dat wil en daar budget voor weet vrij te maken. Een meerderheid van de Eerste Kamer heeft nu een motie aanvaard waarin het kabinet wordt verzocht om het uitkeringspercentage inderdaad te verhogen van 50% naar 70%.
Betaald verlof alleen in eerste levensjaar
Verder geldt als voorwaarde dat ouders het verlof opnemen in het eerste levensjaar van het kind. Dit is gedaan om te stimuleren dat ze het verlof in de eerste periode na de geboorte opnemen zodat ouders meer tijd met het kind kunnen doorbrengen ter versterking van de band tussen ouder en kind. Als het betaalde verlof niet (volledig) wordt opgenomen in het eerste jaar, wordt het (resterende gedeelte van) betaalde verlof van 9 weken omgezet in onbetaald verlof. Dit omgezette onbetaalde ouderschapsverlof kan worden opgenomen tot het achtste levensjaar van het kind. Bij adoptie of pleegzorg geldt dat het betaalde ouderschapsverlof kan worden opgenomen tot een jaar na opname van het kind in het gezin, voor zover het kind jonger is dan 8 jaar.
Aanvraag ouderschapsverlof
Als een werknemer ouderschapsverlof wil opnemen, moet dit minimaal twee maanden voor de gewenste ingangsdatum schriftelijk aan de werkgever worden gemeld. De werknemer geeft daarbij aan de periode en het aantal uren ouderschapsverlof dat hij per week wil opnemen. Een werkgever mag dit verlof in principe niet weigeren, tenzij het ouderschapsverlof het bedrijf ernstig in de problemen brengt. Dit is een strenge toets die goed moet worden onderbouwd. Ook moet in dat geval worden overlegd over een mogelijke andere verdeling van de verlofuren.
Werkgever vraagt uitkering van het betaald ouderschapsverlof achteraf aan
De werkgever kan pas achteraf een uitkering aanvragen, dus nadat het ouderschapsverlof door de werknemer is opgenomen. Dat kan tot uiterlijk 15 maanden na de dag van de geboorte of adoptie waarop het recht ontstaat. Het UWV keert binnen zes weken nadat ze de beschikking hebben afgegeven de uitkering aan de werkgever uit.
Er is geen overgangsrecht in het wetsvoorstel opgenomen. Het UWV stelt nog uitvoeringsrichtlijnen op waarin ook duidelijk wordt of en hoe er sprake is van terugwerkende kracht. Het zou kunnen dat ouders nog in het eerste levensjaar van het kind tussen 2 mei tot 2 augustus 2022 (9 weken) betaald ouderschapsverlof kunnen genieten.
Wijzigen invulling ouderschapsverlof
Werkgevers hebben op grond van de huidige wetgeving de mogelijkheid, na overleg met de werknemer, de door de werknemer gewenste invulling van het ouderschapsverlof tot vier weken voor de datum van ingang te wijzigen op grond van een zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen. Hierbij kan worden gedacht aan een werknemer die tijdens ouderschapsverlof onmogelijk vervangen kan worden. Het uitstel mag echter er niet toe leiden dat de werknemer niet meer in staat is om negen weken ouderschapsverlof op te nemen in het eerste jaar na de geboorte. De gedachte hierachter is dat de werknemer het betaalde ouderschapsverlof daadwerkelijk ten volle moet kunnen benutten. Het zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang zal hier dan voor moeten wijken.
De wetgever gaat ervan uit dat de werkgever in geval van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen voldoende tijd heeft om maatregelen te treffen. Het ouderschapsverlof en de gewenste invulling daarvan moeten immers ten minste twee maanden voor de datum van ingang door de werknemer zijn aangevraagd. Overigens is het voor werkgevers nu ook al lastig een verzoek tot ouderschapsverlof af te wijzen. Rechters oordelen over het algemeen dat als vervanging van een werknemer – al dan niet op korte termijn – niet onmogelijk is, er geen sprake is van zwaarwegende bedrijfsbelangen.
Comments