Als werkgever heb je het waarschijnlijk al druk genoeg om medewerkers te begeleiden bij verzuim als gevolg van het werk. En dat word nog eens extra lastig als er verzuim ontstaat door het dagelijks leven, ook wel levensloopstress genoemd.
Ziekteverzuim is vervelend voor de werkgever en de werknemer. Waar het werk de oorzaak is, probeer je als werkgever of HR-professional de werkomstandigheden zo veel mogelijk aan te passen, zodat een werknemer weer kan functioneren. Maar soms ligt de oorzaak in de privĆ©sfeer. Bijvoorbeeld door een scheiding, een lichamelijke aandoening, door mantelzorg of het verlies van een geliefde. En ook dan proberen we de medewerker zo goed mogelijk te begeleiden en terug te leiden naar het werk. Onlangs heeft Zorg van de Zaak, een netwerk van bedrijven op het gebied van bedrijfszorg, leefstijlzorg en medische zorg, een nieuwe term bedacht voor verzuim door privĆ©omstandigheden: Levensloopstress. Want twee derde (64%) van āwerkend Nederlandā zou verzuimen vanwege levensloopstress.
Levensloopstress hoort er bij Uit onderzoek van Zorg van de Zaak onder 1123 Nederlanders blijkt dat 82% van werkend Nederland in de afgelopen vijf jaar te maken heeft gehad met levensloopstress. Het vaakst betrof dit het overlijden van een dierbare, anders dan een ouder of gezinslid (25%). Financiƫle problemen en het verlenen van mantelzorg (beide 19%) maken de top drie compleet. Andere gebeurtenissen, die door minimaal ƩƩn op de zeven wordt genoemd, zijn: een ernstige ziekte van een ouder (16%), de beƫindiging van een liefdesrelatie/echtscheiding (16%), het overlijden van een ouder (15%) en/of baanverlies/ontslag (15%).
Hoewel men over het algemeen wel eerlijk is over verzuim vanwege privƩproblemen, heeft bijna een vijfde zich weleens ziekgemeld op het werk vanwege moeilijkheden in de privƩsfeer en daarbij niet verteld dat dit de reden was (18%). Dat het werk en het privƩleven niet los van elkaar kunnen worden gezien, blijkt uit het resultaat dat bijna vier op de tien werknemers weleens moeite hebben om zich te concentreren op het werk vanwege privƩproblemen (37%).
Ruim zes op de tien verzuimden vanwege levensloopstress Van degenen die in de afgelopen vijf jaar Ć©Ć©n of meerdere momenten van levensloopstress ervaarden, geven ruim zes op de tien aan vanwege deze gebeurtenis(sen) afwezig te zijn geweest van hun werk (64%). Drie op de tien waren door levensloopstress in totaal maximaal Ć©Ć©n week niet op de werkvloer te vinden (30%). Door Ć©Ć©n derde (34%) werd er langer verzuimd; 16% was Ć©Ć©n tot vier weken afwezig van het werk. 15% had meer tijd nodig en kwam na een verzuimperiode van Ć©Ć©n tot twaalf maanden weer terug op het werk. Voor 3% duurde het verzuim in totaal zelfs langer dan een jaar.
Wanneer er in de afgelopen vijf jaar werd verzuimd vanwege levensloopstress, werd hiervoor het vaakst een beroep gedaan op het ziekteverlof; bijna de helft van de ondervraagden nam dit type verlof op (46%). Vrouwen deden dit vaker dan mannen (51% vs. 42%). Ruim een kwart maakte (ook) gebruik van de reguliere verlofregeling door vakantiedagen op te nemen (28%) en/of van bijzonder verlof (26%). EĆ©n op de negen kon in de betreffende situatie een beroep doen op het zorg- of calamiteitenverlof (11%) en 8% nam overuren op om de afwezigheid te compenseren.
Oprechte interesse en aandacht 'Veel leidinggevenden hebben het idee dat de levensloopstress van de medewerker ongrijpbaar is, terwijl de symptomen zichtbaar zijnā, stelt Marja Sleeuwenhoek, algemeen directeur arbo- en expertisebedrijven bij Zorg van de Zaak. Volgens haar is het belangrijk dat directeuren, leidinggevenden en HR-managers oprechte interesse tonen en de juiste aandacht hebben voor medewerkers. āDat begint met regelmatig vragen hoe het gaat'. Zo blijven ze beter op de hoogte van wat er speelt. Het verlaagt ook de drempel voor werknemers om eventuele issues te bespreken, zoals een hoge werkdruk, beginnende psychische of lichamelijke klachten en problemen in de privĆ©situatie. Een goede en open relatie met medewerkers maakt het voor hen makkelijker om zaken bespreekbaar te maken.ā
Bron: Personeelsnet
Comments